24 mei 2018

Gloria* (17) is ernstig gehandicapt en hoogzwanger. Ze is nog steeds in shock over wat haar is overkomen. Elke keer als ze naar haar grote buik kijkt, herinnert ze zich de verschrikkelijke gebeurtenis die de rest van haar leven zal tekenen.


Gloria werd verkracht toen ze alleen was in het huis van haar oom. “Ik weet niet wie het was. Iemand greep me van achteren vast en deed een lap over mijn gezicht. Hij duwde me tegen de grond en verkrachtte me.” Als ze haar verhaal vertelt, heeft Gloria nog altijd moeite om haar emoties onder controle te houden.


Straatarm
Gloria woont in een afgelegen dorp aan de Atlantische kust van Nicaragua. Ze zit vaak uren op een houten bankje.
De regio waar Gloria woont, wordt gekenmerkt door armoede en gebrek aan ontwikkeling. Opstandige jongeren, drugshandel, verslaving, mensenhandel en seksueel geweld komen veelvuldig voor en vooral meisjes zijn hiervan de dupe. Hun rechten worden bijna dagelijks geschonden en ze kunnen nergens verhaal halen.


De hel

Gloria werd wees toen ze 11 was. Haar stiefvader, Orbing, had medelijden met haar en nam haar mee naar het huis van zijn tweede vrouw, Henara, die haar in haar hart sloot en voor haar zorgde.
Het ging goed met Gloria, totdat haar oom, de broer van haar moeder, opeens in beeld kwam en haar meenam naar zijn huis. “Hij zei dat we het recht niet hebben om Gloria te houden, omdat ze geen familie van ons is”, vertelt Henara. Haar oom pakte de paar spullen die ze had bij elkaar en nam Gloria mee naar zijn huis.


“Het was de hel”, zegt Gloria. “De vrouw van mijn oom behandelde mij heel erg slecht. Ze gaf me geen eten en verwachtte dat ik het huishouden deed. Er ging vaak een hele dag voorbij zonder dat ik iets te eten kreeg en ’s avonds liet ze me ongewassen liggen. Ik telde iedere minuut tot mijn oom ’s avonds thuis kwam, want hij gaf mij wel te eten. Ik was daarom altijd bang dat mijn oom naar de stad moest voor werk, want dan was ik dagenlang overgeleverd aan mijn tante.”


Opvanghuis
Een ernstige bloeding in de zesde maand van haar zwangerschap was een keerpunt, al wist Gloria dat toen nog niet. Haar oom was bang dat ze dood zou gaan en bracht haar met tegenzin naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Toen ze daar Gloria’s verhaal hoorden, werd ze doorverwezen naar een opvanghuis voor slachtoffers van seksueel misbruik en geweld, dat ondersteund wordt door Plan.


Orbing en Henara maakten de lange reis om Gloria in het opvanghuis te bezoeken. Ze hoorden toen pas wat Gloria allemaal was overkomen.
“Ik was geschokt en boos”, zegt Orbing. “En dat ben ik nog steeds. Als Gloria bij ons was gebleven, zou dit nooit zijn gebeurd. Ik weet niet wat ik moet doen of wie ik aan moet spreken om de dader gestraft te krijgen. Ik weet niet eens wie deze misdaad heeft gepleegd.”


Door bemiddeling van de lokale autoriteiten is de voogdij over Gloria toegekend aan Orbing en Henara. “Ik wil bij hen blijven”, zegt Gloria die nu elk moment kan bevallen. “Hier wil ik mijn kind grootbrengen.”
 
Wens voor de toekomst
Gloria herstelt langzaam maar zeker en begint haar zelfvertrouwen terug te krijgen. “Ik wil dat mijn baby veilig is,” zegt ze. “En ik wil een beter leven voor mijn kind.” Ze weet nog niet hoe ze het allemaal gaat doen, een moeder zijn terwijl ze niet eens voor zichzelf kan zorgen, maar Henara stelt haar gerust dat het goed zal komen. Dat geeft haar hoop. “Ik ben gestopt met school na de derde klas, omdat mijn docenten en klasgenoten grappen maakten over mijn handicap. Ik wil dat mijn kind wel kan doorleren en een opleiding krijgt. Dat is mijn grootste wens voor de toekomst.”


* Om de privacy van Gloria te beschermen, is de naam gefingeerd.

Delen